3. ZORG
Verkiezingsprogramma

3. ZORG

Wat wij willen voor Middelburg:

• De kwaliteit van zorg staat voorop, niet de financiën.
• De woonservicezones versterken.
• Burgerinitiatieven zoals zorgcoöperaties steunen.
• Extra ondersteuning voor mantelzorgers.
• Iedereen – jong en oud – die zorg nodig heeft, krijgt de juiste begeleiding.
• Kinderrechten staan centraal, ook in de jeugdzorg.

Zo maken wij van Middelburg een gemeente die zorgt voor iedereen die het nodig heeft. Niet de markt, maar de mens moet centraal staan!

3.1 Bewoners met en voor elkaar

Buurtbewoners die naar elkaar omkijken en gezamenlijk activiteiten ondernemen samen met de inzet van professionals waar dat nodig is. Middelburg was ooit voortrekker van de woonservicezones: in iedere wijk een plek waar mensen kunnen wonen met extra zorg in combinatie met ontmoetingsplekken voor alle wijkbewoners. Wonen en welzijn, ook voor mensen met een smalle beurs. Door corona is er veel stil gevallen, het is nu tijd om de woonservicezones nieuw leven in te blazen, passend bij wat mensen nodig hebben.

Mensen worden gezonder oud als ze langer in beweging blijven, gezond eten en goede sociale contacten hebben. Bijvoorbeeld door een zinvolle dagbesteding, groene leefomgeving, collectieve voorzieningen, cultuur, sport, aanpak van eenzaamheid, aandacht voor taalachterstanden, digitale vaardigheden en laaggeletterdheid.

In navolging van de Vitale Revolutie maken we werk van succesvolle projecten en verbreden ze naar andere wijken. Mensen met een zorgvraag die samen een woongroep willen vormen, krijgen hiervoor de ruimte. Zo houden ze hun zelfstandigheid, maar kunnen ze gebruik maken van gezamenlijke ruimtes en bijvoorbeeld gezamenlijk zorg inkopen. Nu zijn er nog te weinig financieringsmogelijkheden, te weinig geschikte woningen en te weinig ondersteuning vanuit de gemeente.

GroenLinks/PvdA wil dat mensen met geestelijke gezondheidsproblemen zich thuis voelen in hun wijk. Daarom moeten er verschillende vormen van begeleid wonen, voldoende inloopcentra, GGZ-informatiepunten en time-outvoorzieningen voor mensen in crisis komen.

Kunst draagt bij aan individuele ontplooiing, welbevinden en gezondheid. GroenLinks/PvdA wil daarom projecten zoals dansen met Parkinsonpatiënten, muziek maken met dementerenden, kunstprojecten met GGZ-cliënten of de organisatie van muziek- en theateroptredens in instellingen en huizen voor ouderen stimuleren. Denk hierbij ook aan de samenwerking met bibliotheken in de wijk.

Daarnaast ondersteunen we (burger)initiatieven zoals Speelhof Hoogerzael en City Seeds, maar ook alle sport-, buurt-, speeltuin- en culturele verenigingen. We subsidiëren ruimhartig het vrijwilligersbeleid, omdat inwoners de stad en dorpen maken tot wat we zijn: een fijne plek om te leven.

3.2 Mantelzorgers

Mantelzorgers nemen maar liefst 75% van de zorg thuis voor hun rekening. 40% van hen is matig of ernstig belast. Hierdoor kan iemand met een beperking niet langer thuis blijven wonen, waardoor opname in een instelling nodig is. Om dat te voorkomen moeten mantelzorgers extra ondersteuning krijgen, zodat ze eens een dag of weekend vrij kunnen nemen.

3.3 Zorgaanbieders

We maken afspraken met aanbieders voor betere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van zorgmedewerkers en we verminderen de administratieve regeldruk. Ook maken we een baan in de zorg aantrekkelijker door voorrang te geven op een huurwoning.

Er is niet alleen een tekort aan verpleegkundigen, ook zijn er personeelstekorten binnen de jeugdhulp en sociale wijkteams. Er zijn echter ook veel geschikte werkzoekenden, die met de juiste bijscholing of opleiding en een goed inwerkplan deze vacatures kunnen vervullen. Help deze mensen door carrièrestartgaranties.

We zetten de kwaliteit van professionele zorg voorop, niet de financiën. Natuurlijk onderkennen wij het belang van een goede financiële huishouding. Daarom starten we samen met zorgaanbieders projecten die én kostenbeheersing én een betere zorg opleveren. Ook houden we zicht op een goede besteding van het geld in de zorg, zonder de administratieve druk te verhogen. Het is een uitdaging, maar het kan.

3.4 De toegang

Een duidelijke en klantvriendelijke toegang tot de zorg is van groot belang. Waar moet je zijn voor huishoudelijke hulp, een scootmobiel of begeleiding? Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp, hulp bij het huishouden, begeleiding en beschermd wonen. Maar bezuinigingen van het Rijk hebben geleid tot grote personeelstekorten.

Er is het loket TiM, Toegang in Middelburg, maar veel mensen kunnen dat niet vinden. Door een campagne moet TiM bij iedereen bekend worden. De gemeentelijke website moet duidelijke instructies geven, met veel pictogrammen, hoe iemand zorg kan aanvragen. Een coördinator voorkomt dat mensen van loket naar loket worden gestuurd. Meer samenwerking levert niet alleen betere zorg op, maar is ook goedkoper.

Meet de klantvriendelijkheid van TiM en communiceer daar open over. Evalueer TiM volgens de planning en pas deze aan op basis van de uitkomsten van de evaluatie.

3.5 Jeugdhulp

Ieder kind heeft recht op goede hulp waar nodig. Maar kinderen en jongeren met een migratieachtergrond vinden vaak moeilijk hun weg naar de jeugdhulp. Ze zijn (al jarenlang) oververtegenwoordigd in jeugdhulp met verblijf, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit wijst erop dat het moeilijk is om deze gezinnen sneller te helpen.

Ook is er te weinig aandacht voor kinderen met een licht verstandelijke beperking. Tijdige signalering, begeleiding op school, besef bij de werkgever en ondersteuning vanuit de omgeving kunnen problemen verminderen. We bieden in Zeeland een passend en adequaat aanbod aan jeugdhulp. Op dit moment laten we te veel over aan de markt en nemen gemeenten te weinig verantwoordelijkheid en regie.
Het Inspectierapport Gezondheidszorg en Jeugd uit juli 2021 constateert dat Zeeuwse jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel niet op tijd noodzakelijke hulp krijgen, omdat de toegang via de gemeenten te lang duurt. Tegelijk zien we dat maar in 40% van de gevallen de toegang tot hulp via de gemeente loopt. Er moeten dus goede afspraken komen tussen huisartsen, kinderartsen, scholen en gecertificeerde instellingen. Ook helpt het zorgaanbieders als gemeenten onderling hun regels voor de toegang afstemmen.

Hetzelfde rapport constateert dat er lacunes zitten in het aanbod aan jeugdhulp in Zeeland bij gezinshuizen, pleeggezinnen plus het woonaanbod van 18- naar 18+. De Zeeuwse gemeenten moeten samen ervoor zorgen dat er een sluitend aanbod komt aan jeugdhulp dicht bij huis. Ook is er een groot gebrek aan professionele jeugdhulpverleners in Zeeland. Dit vraagt om intensieve samenwerking tussen de Inspectie Jeugdzorg, gemeenten, jeugdhulpaanbieders en opleiders. We ondersteunen daarom de Zeeuwse Zorg Coalitie.

In Zeeland is op sommige terreinen weinig aanbod en daardoor geen ‘marktwerking in de zorg’. Zo leidt Emergis mensen op, zorgt voor 24-uurs zorg etc., terwijl kleine ggz-aanbieders de krenten uit de pap halen. Gevolg is dat de ‘systeem’-aanbieders in financiële problemen dreigen te komen. Waar geen marktwerking is, moeten we dat ook erkennen en overgaan naar financiering via subsidie.
De Zeeuwse gemeenten moeten alert zijn op ‘zorgcowboys’ en een actief toezichtsbeleid voeren op aanbieders in zowel de jeugdzorg als de Wmo, waarbij ze onderling informatie uitwisselen en aanbieders precies weten waar ze aan toe zijn.

3.6 Intervence

GroenLinks/PvdA trekt lessen uit de gang van zaken rond Intervence en de gevolgen voor de jeugdzorg in Zeeland. Zo waren de financiën het hoofddoel, terwijl de kwaliteit van zorg secundair was. Daardoor leed niet alleen de kwaliteit van de jeugdbescherming schade, uiteindelijk werd het ook duurder. Daarom moet de kwaliteit van de zorg voorop staan, de zorg uitvoeren binnen de beschikbaar gestelde financiën is daarvan een afgeleid doel en niet andersom.

Een andere les: het ontbreken van democratische ‘checks and balances’ kan leiden tot te risicovolle besluitvorming. De minister en de inspecties hebben de bestuurscommissie weliswaar teruggeroepen voordat al te veel schade werd aangericht. Maar duidelijk is dat de scenariokeuze door de bestuurscommissie te veel onaanvaardbare risico’s bevatte. De besluitvorming in de Zeeuwse jeugdzorg in Zeeland moet daarom democratischer, met behoud van de Zeeuwsbrede samenwerking.

3.7 Veiligheid achter de voordeur

Helaas is veiligheid in de privésfeer niet voor iedereen vanzelfsprekend. De burgemeester kan op dit gebied vergaande maatregelen treffen, de raad bepaalt daarvoor de kaders. Verschillende partijen als het maatschappelijk werk, Veilig Thuis en de politie spelen een belangrijke rol bij het voorkomen en stoppen van huiselijk geweld. Met de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp en de uitbreiding van de Wmo heeft de gemeente belangrijke instrumenten in handen voor de veiligheid thuis. GroenLinks/PvdA wil een integrale aanpak in samenhang met de bevoegdheden van de burgemeester, het jeugdbeleid en de Wmo. Daarbij vormt het Verdrag van Istanbul over het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld de basis.

Deel dit