1 oktober 2015

Een zaadje planten?

Partijgenoot Miri Meijers blogde onlangs over Prinsjesdag. En na het lezen van een bericht van de aankondiging op deze website waarin de fractie aankondigde op de Markt in gesprek te gaan over de vluchtelingenproblematiek, greep ze weer naar de pen. In de mail een advies aan Bob en mij – Jeroen Louws, Miri ! – maar in combinatie met haar verhaal wil ik het u niet onthouden.

Hoi Bob, ik ben heel blij dat ik er even bij geweest ben, vandaag. Leven jullie nog/ niet te hard aangevallen door mensen die vonden dat ze opstand moesten komen tegen het PvdA standpunt? Ik vind het heel dapper van jullie dat jullie zoiets aandurven. Ik ben de naam vergeten van de man met wie ik een tijdje heb staan praten, hij herkende mijn naam van mijn blog en mijn grote-mond-reacties op facebook. Ik zou wel even iets tegen hem willen zeggen. Hij had het over iemand die buitenlandse buren had en daar prima mee op kon schieten maar wel in een kramp schoot toen het over vluchtelingen ging. Volgens mij had hij het gevoel dat hij niet kon doordringen tot die man. Het zou goed kunnen dat man op het moment dat hij met jullie stond te praten niet echt openstond voor wat jullie zeiden maar dat hij nu, achteraf misschien toch na zit te denken. Als iemand niet gelijk overstag gaat dan kan je een je soms toch een zaadje planten. Als je snapt wat ik bedoel……….. Ik heb even iets opgeschreven over vluchtelingen………….Middelburg,

 

26-9-‘15

Zal ik dan toch maar even iets bloggen over vluchtelingen en alles wat daar omheen gebeurt?

Allereerst wil ik even kwijt dat sommige mensen dingen roepen waar ik niet goed van wordt. Als ik dan tegengas geef dan beginnen ze vaak te schreeuwen over vrijheid van meningsuiting. Tuurlijk, prima, je mag vinden wat je vindt en je mag dat ook hardop zeggen, maar dan moet je wel accepteren dat andere mensen ook de vrijheid hebben om iets terug te zeggen.

Bij deze wil ik dan graag iets zeggen tegen de mensen die de opvang van vluchtelingen in een adem noemen met de bezuinigingen in de zorg. Die twee dingen staan los van elkaar. Als wij hier geen vluchtelingen zouden opvangen dan krijg ik als chronisch zieke alleenstaande bijstandsoma/moeder geen cent meer dan ik nu krijg. Waar of niet waar?

En tegen de mensen die bang zijn dat zij indirect mee moeten gaan betalen aan het opvangen van vluchtelingen zou ik willen zeggen; “Kijk eens om je heen. Niet alleen in je eigen omgeving, kijk eens over de grenzen van ons land. En kijk dan eens nog verder, naar andere werelddelen. En vergelijk jouw levensstandaard dan even met dat van mensen in de rest van de wereld. En vraag je dan af of jij het goed hebt, in vergelijking met de meeste anderen of slecht. Is dat op zichzelf nog niet genoeg om te kunnen zeggen dat wij het zo goed hebben dat we best wat kunnen delen met mensen die het minder hebben?”

Wij hebben toevallig het geluk dat we in een welvarend land geboren zijn. Daar mogen we dankbaar voor zijn. Als je je af gaat vragen hoe Nederland zo rijk is geworden dan durf je toch niet meer te zeggen dat mensen uit arme landen het zelf maar moeten uitzoeken?

En mensen die zo bang zijn voor mensen met een andere religie, een andere cultuur zouden er goed aan doen om zich eens te verdiepen in die andere culturen en andere religies en ze dan met een eerlijke, open blik te vergelijken met die van ons.

Is het niet zo dat er in alle culturen, alle religies, alle landen, alle mensen min- en pluspuntjes aan te wijzen zijn?

Je hoeft het niet met iedereen eens te zijn, je hoeft niet dezelfde waarden en normen te hebben als andere mensen. Gelukkig niet, variatie is goed. Als we elkaar de ruimte geven, als we uitgaan van het feit dat we allemaal mensen zijn, met min- en pluspuntjes dan vallen heel veel oppervlakkige verschillen weg. Misschien kunnen we dan makkelijker openstaan voor mensen die anders zijn en anders leven. Dan zijn ze geen bedreiging meer maar een aanvulling. Een verrijking van ons eigen leven. We kunnen veel leren van de mensen die nu bij ons een veilig plekje zoeken. Als we daar open voor staan.

Dat moest er even uit. Tot de volgende keer,

Miri